AB | En jij mensenzoon, neem een baksteen en leg die voor je neer en teken daarop de stad Jeruzalem. |
SV | En gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem. |
WLC | וְאַתָּ֤ה בֶן־אָדָם֙ קַח־לְךָ֣ לְבֵנָ֔ה וְנָתַתָּ֥ה אֹותָ֖הּ לְפָנֶ֑יךָ וְחַקֹּותָ֥ עָלֶ֛יהָ עִ֖יר אֶת־יְרוּשָׁלִָֽם׃ |
Trans. | wə’atâ ḇen-’āḏām qaḥ-ləḵā ləḇēnâ wənāṯatâ ’wōṯāh ləfāneyḵā wəḥaqqwōṯā ‘āleyhā ‘îr ’eṯ-yərûšālāim: |
En gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!